Frankrijk
Frankrijk (La France; officieel: République Française) is het grootste land van West-Europa. De totale oppervlakte is 543.965 km2. La France is dertien maal zo groot als Nederland en ongeveer even groot als Spanje en Portugal samen. In geheel Europa is Frankrijk, na Rusland en de Oekraïne, het grootste land. De afstand van noord naar zuid bedraagt 975 kilometer, ongeveer evenveel als van oost naar west.
De meeste grenzen zijn natuurlijk. In het westen ligt de Atlantische Oceaan, in het noordwesten het Nauw van Calais en Het Kanaal, in het oosten de Rijn, het Jura-gebergte en de Alpen, in het zuiden de Middellandse Zee en de Pyreneeën. Allemaal schitterende gebieden voor een zalige vakantie in een vakantiehuis.
Verder grenst het in het noorden aan België (620 km) en Luxemburg (73 km), in het oosten aan Duitsland (451 km), Zwitserland (573 km), Italië (488 km) en Monaco (4,4 km) en in het zuiden aan Spanje (623 km) en Andorra (57 km).
De Franse staat omvat naast “la Métropole”, de overzeese departementen: Guadeloupe, Frans Guyana, Martinique en La Réunion, de “collectivités territoriales” Mayotte en Saint-Pierre et Miquelon, en vier overzeese territoria: Nieuw-Caledonië, Vanuatu, Frans Polynesië en Wallis en Futuna. Verder maakt Frankrijk ook nog aanspraak op een deel van Antarctica: Adélieland. Ook Nieuw-Caledonië heeft sinds 1 januari 2000 een nieuwe status. De overzeese departementen (DOM) tellen ca. 1,7 miljoen inwoners en de overzeese territoria (TOM) en Nieuw-Caledonië telden in 1996 iets meer dan 430.000 inwoners.
Tegenwoordig zijn al deze gebieden vertegenwoordigd in de Franse Nationale Vergadering.
Op 1 januari 2001 telde Frankrijk 60,7 miljoen inwoners, waaronder 4 miljoen buitenlanders. 1,5 Miljoen mensen zijn afkomstig uit landen van de Europese unie.
Historie
Het is geen eenvoudige opgave om het geboortejaar van Frankrijk vast te stellen. Is dat 496, bij de doop van Clovis, koning van de Franken? Of 987, bij de zalving van Hugo Capet, grondlegger van de dynastie die negen eeuwen over het land heeft geheerst? Of 1789, het jaar van de revolutie? Historici en burgers zijn verdeeld over de oorsprong van het land. De Franse gemeenschap heeft trouwens alledrie de verjaardagen gevierd. De universele waarden ‘vrijheid van eenieder in het respect van allen, het recht van de volkeren op zelfbeschikking en instellingen om het sociaal welzijn de garanderen’ die voortkomen uit de revolutie vormen de basis voor de moderne democratie. Ze worden grotendeels overgenomen in de Universele verklaring van de rechten van de mens.
De vroegste tekenen van menselijk bewoning in Frankrijk dateren van 2 miljoen jaar geleden. Met de Kelten die ongeveer 1000 jaar voor Christus uit het oosten het land binnen kwamen ontwikkelde zich een sociale hiërarchie van strijders, boeren, ambachtslieden en druïden. Het zuidelijk deel van Frankrijk werd rond 125 voor Christus door de Romeinen ingenomen.
In 496 ontstond met koning Clovis het Frankisch Koninkrijk. Van de 10e tot de 14e eeuw breidde de macht zich uit naar de stamvader Hugo Capet, het huis van de Capetingers. Toen dit huis in de 14e eeuw uitstierf ontstond een machtsstrijd tussen de Engelse en Franse erfgenamen. In 1453 werden de Engelsen uit het land verdreven en kwam er een eind aan een lange periode van oorlog, waarin in 1432 Jeanne d’Arc door de Engelsen op de brandstapel ter dood was gebracht.
Na de bloedige godsdienstoorlogen tussen de protestanten en katholieken beklom de protestantse Henri IV de troon om de monarchie te herstellen. Er brak een tijdperk aan van enorme Franse invloed en macht. Onder Lodewijk XIV was Frankrijk de supermacht van Europa. Lodewijk XIV bouwde Versailles om zijn macht te onderstrepen.
Tijdens de regering van Lodewijk de XVI, gedurende de 2e helft van de achttiende eeuw, had de betrokkenheid van Frankrijk in buitenlandse oorlogen het land op de rand van een bankroet gebracht. Op 14 juli 1789 bestormde een mensenmassa de gevangenis, de Bastille. Op 21 januari 1793 werd de koning gevangen genomen, berecht en ter dood veroordeeld.
Na een periode van politieke instabiliteit kwam in 1799 Napoleon Bonaparte va een staatsgreep aan de macht. Hij nam de titel ‘Keizer Napoleon I’ aan. In 1814 deed hij afstand van de troon en werd hij verbannen naar Elba. Hij wist echter terug te komen, verzamelde opnieuw een leger, maar werd bij de Slag om Waterloo verslagen. Napoleon stierf in 1821 op St. Helena.
In de periode van 1852 tot 1870 regeerde Napoleon III samen met zijn vrouw, keizerin Eugenie. Napoleon III wordt verslagen tijdens de Frans-Duitse oorlog en afgezet. Dit leidde tot de vestiging van de Derde Republiek die bleef bestaan tot de bezetting door Hitler in 1940. Charles de Gaulle, een Franse generaal die tijdens de Duitse overheersing het verzet had geleid, keerde na de Tweede Wereldoorlog in triomf terug naar Parijs als hoofd van een tijdelijke regering. Opnieuw toonde Frankrijk zijn enorme veerkracht door zich vanaf die tijd te ontwikkelen tot een land dat de ruggengraat is van het steeds maar groeiende Europa.
Cultuur
Niemand kan Frankrijk beter aanprijzen dan de Fransen zelf. De keuken en de wijn genieten terecht wereldfaam. De cultuur, literatuur, beeldende kunst, film en architectuur hebben diepgang, maar doen ook veel stof opwaaien. Frankrijk is een smeltkroes van culturen met Parijs als spil. De verschillen tussen noord en zuid, tussen platteland en stad zijn overduidelijk en worden gekoesterd. Het leven op het land, lange tafels in de zon en een overvloed aan wijn en sterke verhalen is voor de Fransen zelf even aantrekkelijk als voor de toeristen die het land bezoeken. De Fransen zijn zich door hun boerentraditie zeer bewust van de seizoenen en vanwege het klimaat kunnen veel festivals buiten gevierd worden, bijvoorbeeld de herdenking van de Bestorming van de Bastille op 14 juli. Grote sportevenementen zoals de Tour de France zijn belangrijk op de jaarkalender. Het hele jaar door zijn er festivals ter ere van bepaalde soorten eten en wijn. Een Fransman heeft in 1895 de film uitgevonden en het land is nog steeds zeer actief in deze sector. Ook zijn er veel dans- muziek- en theatergroepen. Het culturele leven wordt serieus genomen en schrijvers, intellectuelen en modeontwerpers staan in hoog aanzien. In de jaren zestig werden er in opdracht van de overheid overals in het land culturele centra gebouwd. De Fransen zijn trots op hun filmtraditie; avant-gardistische kunst, literatuur en architectuur kunnen in Frankrijk op bescherming rekenen.
Romans
Schrijvers hebben in Frankrijk altijd een groot aanzien gehad. De Academie Française is een van de belangrijkste Franse instellingen. Het werk van veel Franse schrijvers is verbonden met hun geboortegrond. Behalve hun literaire kwaliteiten zijn hun romans dus ook een unieke inleiding tot de kenmerken van de streek.
De eerste grote Franse schrijver was Francois Rabelais, geboren in 1494. Hij was priester, dokter, diplomaat en humanistisch geleerde. Rabelais was geliefd vanwege zijn wijsheid en tolerantie en wordt met name herinnerd om zijn satires Pantagruel en Gargantua. Deze verhalen speelden zich af in de buurt van Chinon in West Frankrijk, waar hij opgroeide. De 19e eeuw was de gouden eeuw voor de Franse roman: Honoree de Balzac met zijn weidse beeld van de samenleving. Frederic de Stendhal die de kwetsbaarheid van de ambitie bekritiseerde in Le rouge et le noir en Victor Hugo bekend van Les Miserables. In dezelfde eeuw schreef Gustav Flaubert Madame Bovary, een studie van provincialisme en valse romantiek. Emile Zola schreef La Terre en andere romans over het leven onderaan de sociale ladder. Marcel Proust schreef de romancyclus A la recherche du temps perdu, met poëtische herinneringen aan zijn jeugd.
Na de Eerste Wereldoorlog ontstond een nieuw type roman. Jean Giono met Que ma joie demeure en Francois Mauriac met Therese Desqueroux onderzochten de invloed van het landschap op aard van de mens. De laatste 40 jaar hebben Alain Robbe-Grillet en anderen een stijl ontwikkeld die de Nouveau Roman wordt genoemd, hierbij zijn karakter en plot ondergeschikt aan een gedetailleerde beschrijving.
Natuur
Het Franse landschap is heel verschillend, van hoge bergen tot een weelderig platteland. Het rijk gevarieerde landschap is het resultaat van een langdurige geologische geschiedenis, waarin gebergtevormingen en processen van afbraak en opbouw een grote rol hebben gespeeld. De oudste streken van Frankrijk zijn het Centraal Massief, het Massif Armoricain (in Bretagne) en de hoogvlakte van de Ardennen. Van de vele rivieren in Frankrijk zijn de Loire, de Seine, de Garonne en de Rhône de langste. De rijke en afwisselende flora en vegetatie van Frankrijk kunnen in vier hoofdgebieden worden verdeeld: Atlantisch, Midden-Europees, Alpisch en Mediterraan. De eerste twee gaan heel geleidelijk in elkaar over. De mediterrane flora en vegetatie in het uiterste zuiden hebben een heel eigen karakter.
Het oorspronkelijke bos is verdwenen en vervangen door heideachtige vegetatie met o.a. dwergei, lavendel en rozemarijn, olijfbossen, wijngaarden en vijg- en amandelstruiken. Aan de Côte d’Azur sinaasappelen en citroenbomen. Frankrijk kent een grote verscheidenheid aan kustvormen. De kust van Frankrijk is erg lang, 6200 kilometer, en gevarieerd.
De dierenwereld van Frankrijk sluit aan bij die van West- Midden- en Zuid-Europa. Typische bergfauna is te vinden in de West-Alpen en de Pyreneeën. Door de sterke temperatuurverschillen van de Atlantische Oceaan en Middellandse Zee hebben de kusten totaal verschillende fauna’s. De genetkat bereikt in Frankrijk zijn noordgrens: de broedplaatsen van de flamingo in de Camargue (Rhônedelta) zijn de noordelijkste in Europa en het Middellandse-Zeegebied.
Toerisme
Frankrijk is de belangrijkste vakantiebestemming op wereldniveau wat betreft het aantal bezoekers. In 2001 kwamen er 76,5 miljoen internationale toeristen in Frankrijk en de Franse overzeese gebieden. Naast Duitsers bezoeken voornamelijk Belgen, Nederlanders en Engelsen het land. De toeristenindustrie is een kernsector van de Franse economie. De helft van de arbeidsplaatsen in de toeristensector betreft seizoenswerk. De meest bezochte Franse attracties zijn Disneyland Parijs, de Eiffeltoren, het Louvre, en het Centre Pompidou.
Overheid en bedrijfsleven proberen de toeristenstroom wat evenwichtiger te herverdelen over regio’s en te verspreiden over het hele jaar. Zo worden bijvoorbeeld het “groene” toerisme (o.a. kamperen bij de boer) en nieuwe vormen van toerisme zoals stedentoerisme en thematische reizen meer ontwikkeld.
Bron: Bibliotheek Arnhem